Ze zitten in de keuken koffie te drinken. M’n vrouw praat vol enthousiasme en vrolijk als altijd. Haar gesprekspartner is veel rustiger maar minstens zo enthousiast.
Ik ben klaar met de laatste blouse strijken en ruim alles op. Met 2 opgestapelde wasmanden loop ik vanuit de keuken naar boven.