Dit is het tweede deel van een door slaaf jan ingezonden verhaal. Lees eerst Het Correctie Instituut (1).
Na het avondeten (dat verdacht veel op een bord braaksel leek) werden de slaven opgesloten in kleine, bedompte cellen. Er was een brits, iets wat voor deken moest doorgaan en een plastic emmer waar maag- en darminhoud in geleegd konden worden. Officieel mocht er niet worden gepraat en hoewel de Vrouwelijke cipiers regelmatig langs de cellen liepen, fluisterden we tussendoor alsof het een lieve lust was. Het leek wel een vogelkooi.
Ik leerde van Thomas (aka slaaf 3297) dat Meesteres Sasha er dan misschien uitzag als de Aziatische onschuld zelve, maar dat Zij door iedereen in het cellenblok werd gevreesd. Dat was nog eens een fijn bericht voor het slapen gaan, en ik deed dan ook geen oog dicht. Niet alleen vanwege de misère die me nog te wachten stond, maar ook omdat ik het sterke gevoel had in een houtzagerij te zijn beland. Er werd met orkaankracht gesnurkt en geruft; het was barbaars.
Om zes uur in de ochtend (zes uur in de nacht, zoals Thomas zei) werden we de koude ochtend ingedreven. Achter de bunker was een enorm veld, afgezet met prikkeldraad. Hier stonden we, naakt en wel, en werden we geteld. Daarna volgde er een soort ochtendgymnastiek die door merg en been ging. De Vrouwelijke cipiers schreeuwden ons tot grote daden en ik voelde me daarna eigenlijk al compleet uitgeput.
Vervolgens kregen we weer een bord braaksel en werden de slaven direct daarna aan het werk gezet. Ik zag kerels met boomstammen heen en weer sjouwen, terwijl anderen die met een bijl te lijf gingen. De boomstammen dan, natuurlijk. Een derde groep sjouwde keien van het ene uiteinde van het kamp naar het andere, terwijl een andere groep ze vervolgens weer terugsjouwde. De eliteslaven – zo door Thomas omschreven – werden naar binnen gedreven en moesten het complex schoonmaken.
Ik zat geknield in de koude modder te wachten op instructies, maar die kwamen niet. En zo zat ik daar volslagen nutteloos te zijn, terwijl de rest zich het snot voor ogen werkte. Na een uur verscheen Meesteres Sasha, die direct naar me toe liep. “Goedemorgen, Meesteres!” riep ik.
“Goedemorgen, slaaf.” Er gebeurde even niets, dus ik bleef hardnekkig naar Haar prachtige, zwarte laarzen kijken.
“Op je buik, slaaf.”
Ik trok een rimpel van ellende en ging plat op mijn buik in de modder liggen. Meesteres Sasha plantte Haar laars op mijn achterhoofd en duwde mijn gezicht in de modder. “Als Ik arriveer, begroet je Me en kus je Mijn voeten. Is dat duidelijk?” En bij het woord ‘duidelijk’ drukte Ze Haar laars met volle kracht tegen mijn achterhoofd.
“Volg Mij.”
Ik kwam omhoog, snakkend naar lucht en met een gezicht vol modder, en kon onmogelijk zien welke richting Ze opgegaan was. Snel wreef ik de smurrie uit mijn ogen, net op tijd om te zien hoe Ze zich kwaad omdraaide en op me af kwam lopen. Haar zweep jankte door de lucht en raakte me op mijn rug. “Kruipen!”
Ik begon te kruipen, zo snel als ik kon, maar de zweep bleef komen. Ze zweepte me richting een soort schuur en jammerend van pijn kroop ik naar binnen. Ik moest opstaan en zonder omhaal werden ik met mijn polsen vastgezet tegen de muur.
“Hoeveel zweepslagen deze week, slaaf?”
“1613, Meesteres.”
“Heel goed. Dat is 350 per dag.”
Dat was het niet, zeker niet, maar geen haar op mijn hoofd die eraan dacht Haar daarop te wijzen. Trouwens, een Meesteres heeft altijd gelijk, hoe ongelijk Ze ook heeft.
Hemelse goedheid! Ze trakteerde me op 175 slagen (“De rest krijg je voor het slapen gaan”). Harde, bijtende slagen. Ik moest elke slag tellen en Haar ervoor bedanken. Zelden heb ik zo gesnakt naar het einde van een afstraffing. Ze was werkelijk fenomenaal! En pijnlijk.
Na de zweep werd ik ingedeeld als keieneikel en dus draafde ik urenlang heen en weer. Het was vreselijk, ronduit vreselijk, vooral omdat Meesteres Sasha me regelmatig aanspoorde sneller te gaan. En die aansporing ging altijd gepaard met een zweepslag, een schop onder mijn kont of een wats voor mijn kop.
Het middageten (rauwe wortelen, een ui en een kom water) kwam geen minuut te vroeg, want mijn armen voelden als lood en mijn longen piepten als een ouwe kar op een klinkerweg.
De middag was anders. We gingen de bunker in, alwaar ik werd schoongespoten (verfrissend) en ik Haar kamer moest schoonmaken. Dat was een kolfje naar mijn hand, want ik hield van schoonmaken. Geen taak is zo fijn als die waar je jezelf nuttig kunt maken voor een Meesteres, vind ik.
Meesteres Sasha liet me vooralsnog redelijk met rust tijdens het schrob- en boenwerk, maar Haar directe aanwezigheid wond me enorm op. Ze droeg een strak, leren rokje en Haar benen brachten mijn hoofd op hol. En niet alleen mijn hoofd, voor alle duidelijkheid. Ik hield nu eenmaal van benen; ik aanbad ze, letterlijk, en voor een Meesteres met benen was ik bereid de Chinese muur over te kruipen. Heen en terug.
“Slaaf! Kom eens voor Me zitten.”
Ik voelde direct nattigheid, letterlijk en figuurlijk.
“Heb Ik je toestemming gegeven om geil te worden?” vroeg Ze, wijzend naar de lolly tussen mijn benen.
“Nee, Meesteres Sasha,” fluisterde ik zachtjes.
“Dat dacht Ik ook niet. Je krijgt zestig seconden om dat ding te kalmeren. Anders help Ik je een handje.”
Ik beet op mijn lip, sloot de ogen en probeerde aan nare dingen te denken. De spataderen van mijn grootvader, bedorven bloemkool; alles wat ik maar kon bedenken.
“Nog dertig seconden, slaaf.”
Haar stem streelde mijn huid en deed mijn pik spontaan weer terugveren.
“Nog tien.”
De hand kwam met volle kracht, de nagels ook. Ik gilde als een varken, terwijl de pijn langs mijn ruggengraat kronkelde. Haar nagels boorden zich diep in mijn ballen en ik begon te snakken naar adem.
“Meesteres Sasha, au-au…”
“Zul je voortaan respectvol zijn, slaaf?”
“Ja Meesters Sasha-a-a-a, ik beloof het U.”
Ze draaide mijn scrotum een slag en de tranen schoten spontaan in mijn ogen. “Geen beloftes maken die je niet kunt waarmaken, slaaf,” siste Ze. Ze liet me los, pakte een touw en bond het ene uiteinde strak rond mijn ballen. “Nou, zit hier niet te lummelen, aan je werk!”
En zo boende ik voort, terwijl Meesteres Sasha keer op keer een ruk aan het touw gaf. Soms om me te wijzen op een vierkante millimeter die ik had overgeslagen, soms om de sporen van een erectie de kop in te drukken.
Dat laatste was bijzonder moeilijk, want ik voelde me zo onderdanig aan Haar – iets wat me intens gelukkig maakte – maar helaas uitte dat geluksgevoel zich toch vooral tussen mijn benen. Meesteres Sasha had gelijk natuurlijk. Een zwaaiende snikkel was nu niet bepaalt een uiting van goede manieren, maar als iemand zo Sterk en Dominant was en je zo slaafs kon laten voelen, hoe kon je dat ding dan ooit in bedwang houden?
Toen het schoonmaken erop zat, inspecteerde Ze mijn werk en liet Ze me letterlijk sidderen van angst. Ze controleerde elke millimeter zonder een woord te zeggen en ik voelde me gaandeweg verschrompelen van angst en ontzag. Minuten gingen voorbij en net voordat ik dreigde flauw te vallen van ellende, boorde Haar stem alle hoop op een goede afloop de grond in.
“Kom eens hier.”
Ik kroop dichterbij en keek naar iets wat blijkbaar zichtbaar was op de toiletpot. Misschien was het de lichtval, maar ik zag niets.
‘Noem je dat schoon?”
“Nee, Meesteres,” antwoordde ik kruiperig.
“Lik de hele pot maar af. Van boven tot onder!”
Ik begon te likken alsof mijn opperhuid er van afhing (en dat zou heel goed kunnen), terwijl Meesteres Sasha op mijn rug plaatsnaam. De warmte van Haar lichaam maakte me vreselijk geil, maar een paar harde rukken aan het touw maakten een einde aan die gedachte.
Toen Ze eindelijk tevreden was, commandeerde Ze me op mijn rug en plaste Ze over me heen. In mijn gezicht en mijn mond, terwijl de urine alle kanten opspatte. “Kijk nou eens naar de vloer, slaaf! Noem je dat schoon?”
Ik kwam overeind en kroop naar de emmer.
“Wat ben jij van plan?”
Mijn hand bleef aarzelend boven de emmer zweven. “Schoonmaken, Meesteres,” antwoordde ik onzeker.
“Jij wilt Mijn gouden vocht opdweilen met een vieze doek, wurm?”
Vliegensvlug draaide ik me om en begon te vloer schoon te likken. Haar urine smaakte inderdaad hemels en ik vroeg me al slurpend af wat me had bezield.
“Dat is beter. En waag het niet een druppel te vergeten!”
Een bord smurrie en 175 zweepslagen later was ik terug in de cel. Ik was kapot en had het gevoel alsof mijn lichaam in brand stond, maar toch voelde ik me in mijn element. En ik sliep als een baby.
Wordt vervolgd…