Dit verhaal is ingezonden door Kitten Jolanda.
Nauwelijks heb ik de voordeur achter me gesloten of ze staat al naast me. Elke keer schik ik er toch weer van.
“Hee, grote zus,” zegt ze vrolijk, “Fijn dat je weer thuis bent. Ik heb je gemist!”
Ik antwoord niet, maar dat lijkt haar niet te deren. Opgewekt pakt ze mijn hand vast en leidt me de woonkamer in. We lijken erg op elkaar. Qua uiterlijk dan. Ze is twee jaar jonger dan ik en een halve kop kleiner, maar ze heeft hetzelfde blonde haar en dezelfde donkere ogen. Toen ze bij mij op school kwam wist iedereen meteen dat het een zus van mij moest zijn.
Bij de tweezitsbank blijft ze staan. “Ga daar maar zitten. Ik kom zo bij je, goed?” En weg is ze alweer.
Het is het examenjaar voor mij en ik moet er hard aan trekken om bij te blijven. Huiswerk, werkstukken, opdrachten, verslagen. Er is zoveel te doen. Helaas zal het moeten wachten tot vanavond. Alweer. Met een zucht ga ik zitten op de aangewezen plek.
Het duurt niet lang voor Merel terug is met haar schooltas en een sinas in de hand. Even kijkt ze schuldig. “Had jij ook iets gewild?”
Ik schud mijn hoofd. Voorzichtig zet ze het glas op de tafel en legt de tas bij haar voeten. Dat ploft ze rechts naast me op de bank.
“Gezellig zo, ” zegt ze.
Ik forceer een klein glimlachje. Gezellig, ja. Heel gezellig.
“Vandaag moet ik wiskunde maken. Dat vind ik echt moeilijk! Al die getallen en al die gekke tekens.” Ze pakt een boek uit haar tas en slaat het open. “Gelukkig heb ik jou. Jij hebt het allemaal al gehad, dus jij kan me wel helpen.”
Het is geen vraag, dus zwijg ik maar. Ze legt het boek op haar schoot en legt het bijbehorende schrift ernaast, met een pen erbij. Haar linkerhand legt ze op mijn pols, terwijl ze begint te lezen. De hand is overbodig. Ik ga nergens heen en dat weet ze. Toch doet ze het vaak. Ik weet niet precies waarom. Misschien wil ze me fysiek laten voelen dat zij bepaalt of ik weg mag. Misschien vindt ze het echt gezellig dat ik bij haar ben. Af en toe haalt ze de hand weg om het schrift vast te houden terwijl ze schrijft, maar dat duurt nooit lang. Haar aanraking is heel licht. Bijna teder. Maar voelt voor mij als een boei.
Het lange wachten is begonnen. Geen radio of tv. Mijn smartphone zit nog in mijn jaszak. Niet dat het wat uitgemaakt had, want ze zou me toch niet toestaan om hem te gebruiken. Dat stoort haar bij haar huiswerk, beweert ze. Ja, ja. De enige afleiding die ik heb zijn mijn eigen gedachten. Als vanzelf gaan die terug naar hoe het begon. Twee jaar geleden al. We hadden weer eens ruzie. Mama was nog aan het werk, dus er was niemand thuis om tussenbeide te komen. De aanleiding weet ik niet eens meer. We ruzieden destijds dagelijks om van alles. Het was op de gebruikelijke manier begonnen. De een had commentaar op de ander, de ander reageerde heftig, en zo ging het over en weer. Meestal stopte het pas als een van ons boos wegliep. Die keer was het anders. Ze was zo kwaad geweest dat ze me had geslagen. Niets ernstigs, gewoon met de vlakke hand tegen mijn schouder, maar ik schrok er heel erg van.
Ik greep naar mijn schouder en keek haar alleen maar aan. Ik wilde haar doen geloven dat het me niets deed, maar ze moet de angst in mijn ogen gezien hebben. Weer hief ze haar hand en ik deinsde in paniek achteruit. Ze volgde me, met haar hand klaar om toe te slaan, tot ze me in een hoek had gedreven. Daar zakte ik huilend op de grond, met mijn handen beschermend omhoog. Ik was ouder, groter en ook sterker, maar ik kon niet tegen haar op. En dat wist ze.
Sinds die dag heeft ze me nooit meer geslagen. Dat was ook niet nodig. Elke keer als er ruzie dreigde te ontstaan, hief ze haar hand en was het voorbij, met haar als winnaar. Het duurde niet lang voordat we helemaal geen ruzie meer maakten. Al bij de eerste tekenen haalde ik bakzeil. Mama was er maar wat blij mee. Na al die jaren van onenigheid leken haar dochters opeens wel met elkaar overweg te kunnen.
Eén keer heb ik Merel uitgedaagd. Het was tijdens het avondeten. Ik had een heel slechte dag achter de rug en kon me niet inhouden. Merel reageerde lief en zelfs vriendelijk op mijn valse en cynische opmerkingen. De volgende dag volgde de straf. Een uur lang heeft ze me door het huis gejaagd, tot ik niets anders kon doen dan huilen. Ze zei niets en raakte me zelfs niet aan, maar haar dreiging was zo groot dat ik er geen weerstand tegen had. Na dat uur heeft ze me naast zich op de bank gezet en is huiswerk gaan maken, met haar hand op mijn pols. Net als nu.
Ik kijk opzij naar haar geconcentreerde gezicht. “Merel?”
“Hm?”
“Mag ik alsjeblieft mijn huiswerk maken?” Ik schaam me voor de smekende klank in mijn stem. Na twee jaar ben ik er nog niet aan gewend.
Zonder op te kijken schudt ze haar hoofd.
“Wil je wat drinken dan?”
Dit keer kijkt ze me wel aan. Dat is voldoende. Snel sla ik mijn ogen neer. Ze werkt weer zwijgend door en ik zit zwijgend naast haar.
Na een tijdje rekt ze zich uit en legt haar boek en schrift weg. Ze is klaar en heeft mijn hulp niet eens nodig gehad. Jammer. Mijn hoop dat ik mag vertrekken valt al snel in duigen als ze een geschiedenisboek pakt. Ze draait zich naar me toe en laat zich wat onderuit zakken. Haar benen legt ze op mijn schoot.
Nog een laatste poging dan. “Merel?”
“Hm?”
“Mag ik je voeten masseren?”
Ze kijkt me over haar boek aan. Ik heb geluk, ze knikt. Voorzichtig trek ik haar sokken uit en leg ze opzij. Mijn handen strelen haar linkervoet. Met kleine bewegingen zoeken mijn duimen hun weg. Het is niet dat ik zo graag haar voeten masseer, maar het houdt me tenminste even bezig. Het leidt mijn gedachten af van mijn situatie. Even kijk ik op de klok. Vier uur. Nog een uur en dan komt mama thuis. Dan ben ik weer vrij. Ik zucht nog een keer en concentreer me op mijn werk.