Dit is deel vier in een verhalenreeks. Lees eerst het eerste deel van De huisslaaf.
Deze week wordt het ramen zemen. Praktijkcursus van Anne. Dat wordt de mattenklopper. Veel geduld heeft ze nog altijd niet. En dit soort werk is helemaal nieuw voor mij, dus tel uit je winst.
Wie niet sterk is, moet slim zijn: een handdoek dubbelgevouwen in mijn broek zal helpen. Een oeroud recept. Wat mij betreft is alles toegestaan, zolang het de klappen maar opvangt.
Strijken staat ook nog op het programma, ook een lastig karwei. Dat wordt nog wat. Dat van die handdoek zal ik goed voorbereiden, dat krijgt de hoogste prioriteit. Ik heb het even helemaal gehad met billenkoek. Als ik dit in een grijs verleden had zien aankomen, dan zou ik zeker voor de huishoudschool gekozen hebben. Hoezeer m’n vrienden me er ook om uitgelachen zouden hebben.
“Hans, in de hoek.”
“Ja, meesteres Jacoba.”
Ik help in de keuken. Ja, morgen ramen zemen en vandaag keukenmeid. Iedere dag keukenmeid: ontbijt klaarmaken, lunch en avondeten voorbereiden en de boel weer opruimen.
Als Jacoba me niet nodig heeft, moet ik in de hoek staan. En ik moet hier heel goed oppassen. De pollepels liggen binnen handbereik. Ze is een beetje gepresseerd, Frans komt zo thuis. Hij is een paar dagen op zakenreis geweest.
Na het avondeten deel ik in de huiskamer altijd koffie uit. Daarna wil ik Frans duidelijk maken dat ik ook zijn slaaf ben. Een beetje nerveus ben ik wel. Ja, dat wel.
“Pollepel, hans!”
“Ahhh neeeee, meesteres Jacoba. Wat is er nu? Geef me nog een kans.”
“Ik heb de langste nodig en vlug.”
Uit een keukenla pak ik de langste pollepel.
“Broek naar beneden.”
“Meesteres Jacoba, zeg me dan wat er is?”
“Bukken, over de stoel. Ik heb weinig tijd. Dus hoe langer je treuzelt, des te harder ik sla.”
Het is menens. Ik buig me over de stoel en meteen is het raak: “Petss.”
“Auwwww… meesteres Jacoba.”
“Mond dicht.”
“Petss.”
En zo straft meesteres Jacoba verder. Ik hoef niet te tellen.
“Auwww, auhhh, aauuww en auw.” Ze slaat er venijnig op los.
“Je hebt de courgette in blokjes gesneden en het moesten dunne schijfjes zijn. Jij zorgt er ook zo gemakkelijk voor dat de boel weer in het honderd draait, kluns!”
Meestal kom ik dan met een soort van tussenoplossing, maar nu zou ik het ook niet weten. “Nou, dan ga ik wel weg. Ik heb het niet met opzet gedaan.”
“Nee, dat moest er nog bijkomen. En waar ga je dan wel naartoe, vervelende praatjesmaker?”
Ik kijk haar bedroefd aan, en dan naar de grond. “Mag ik m’n broek weer optrekken, meesteres Jacoba?” Snel wil ik verder. De opmerking mag niet blijven hangen.
“Nee, buig je weer voorover, dieper over de stoel. Ik zal je leren. Twaalf keer. Daarna ga je op je knieën en je vraagt onderdanig om vergeving. Heb je dat begrepen?”
“Ja, meesteres Jacoba, ik heb het goed begrepen.”
Zij meent het, en ik ook. Alles op alles zet ik om de pollepelstraf zonder kermen te ondergaan. Het zijn eigenlijk krengen van dingen. Pollepels! Ze zouden vooral in de keuken verboden moeten worden.
Nadat ik aan haar voeten om vergeving gesmeekt heb, antwoordt zij: “Ik zal erover nadenken, hans. Jij verdwijnt nu naar boven. Vandaag wil ik je niet meer zien.”
Wat een ellendig verloop. Op mijn buik lig ik in bed. Op die manier blijven mijn billen onbelast. Ik heb spijt over wat ik gezegd heb. En bovendien niet samen, met z’n drieën, lekker eten. En ik hou zo van lekker eten.
Jacoba kan zo lekker koken. En nadat alles opgeschept is, mag ik altijd aan tafel mee-eten. Jazeker, ik ben met m’n neus in de boter gevallen. Dat hoor ik m’n hele leven al. Maar deze avond niet, deze avond zal lang, heel lang gaan duren. Wat een narigheid.
Even later hoor ik Frans thuiskomen. Ik luister aandachtig. Zal ik naar beneden sluipen? Hij heeft de scène op een haar gemist. Ik krijg een idee. Ik zal een briefje schrijven en onder hun slaapkamerdeur schuiven.
Beste Meesteres Jacoba en Meester Frans,
Middels deze brief bied ik nogmaals mijn verontschuldigingen aan.
Hopelijk hebben Jullie samen gezellig gegeten. Het zal natuurlijk weer heel lekker geweest zijn. Meesteres Jacoba kan heerlijk koken, Meester Frans!
Meesteres Jacoba, ik geef toe dat ik vanavond niet alert genoeg was. Ik was gespannen. Ik wilde meester Frans nog wel laten zien dat ik ook zijn slaaf was. Dat was het verkeerde moment. U had andere dingen aan Uw hoofd.
Heel veel spijt heb ik ervan. Volmaakt wilde ik zijn. Het is me niet gelukt. En ik wil zeker niet bij U weg!
Meesteres Jacoba en Meester Frans, welterusten en tot morgen,
Uw Diep Onderdanige huisslaaf,
hans
Even later kruip ik in bed. Een goede nachtrust zal helpen. Morgen ramen zemen. De handdoek is nu wel heel urgent geworden.
En opnieuw, zoals iedere dag, en keer op keer, klemt mijn geslacht strak tegen de tralies van de kuisheidskooi.
Benieuwd naar hoe dit verdergaat? Lees snel het volgende deel: De huisslaaf (5): Isabell.
Deze verhalenreeks is door huisslaaf hans ingezonden. Heb jij ook een spannende BDSM ervaring die je met Ons wilt delen en die nog niet ergens anders is gepubliceerd? Stuur je verhaal dan in naar [email protected] of upload je verhaal via het inzendformulier.