Met tranen in mijn ogen zit ik in mijn kelder. Ik voel me opgelaten, zenuwachtig, gedeprimeerd en er begint een lichte vorm van paniek zich te ontwikkelen.
Het bloed stroomt als een bezetene door mijn lijf en het lijkt wel alsof ik energie voor tien heb. Ik breng mijn handen naar mijn lange haar en pak het stevig beet. Mijn hoofd slaat op hol. Wat moet ik?
Onder mijn stoel heb ik handdoeken neergelegd. Rode handdoeken. Ze maken me zenuwachtig, maar zijn hoognodig. Naast me op het kastje liggen doeken van een dunne stof.
Ik kijk ernaar en het neemt me volledig in beslag. Ik krijg mijn ogen niet meer van de handdoeken weggerukt en diep in mij weet ik waarom dat is. Naast de doeken ligt namelijk iets wat mijn lot is. Mijn gruwelijke, maar o zo bevredigende lot.
Mijn voet is gevoelloos geworden. Ik heb er zoveel verdovende middelen ingespoten dat ik niet eens kan voelen dat mijn voet contact met de grond maakt. Mijn walgelijke voet. De voet die ik niet als een deel van mijn lichaam zie. Die zo onnatuurlijk aanvoelt dat het me elke dag weer kwelt. Ik word er helemaal gek van. Het zal geamputeerd worden, en wel nu!
Als de adrenaline die door mijn lichaam stroomt een boost krijgt, weet ik mijn blik van de doeken af te krijgen. Mijn blik wordt automatisch aangetrokken door de zaag die ernaast ligt.
Misschien dat ik mijn blik daarom zo moeilijk van de doeken af kon krijgen: mijn onderbewustzijn is bang voor de zaag. Bang voor het gereedschap dat voor mijn verlossing moet gaan zorgen. Een verlossing, maar ook een ervaring waar ik doodsbenauwd voor ben.
Mijn hand wordt automatisch naar de zaag geleid. Het is een ijzerzaag. In eerste instantie wilde ik een houtzaag nemen die gemakkelijker door het vlees zou gaan, maar dan zou ik tegen het bot aanlopen waar ik niet meer verder zou kunnen. Ik heb er goed over nagedacht. Een amputatie is wat ik wil en dit is wat ik ga doen. Het is nu of nooit.
Ik kijk naar het zaagblad en slik. Het beangstigt me, maar de drang om te gaan zagen is enorm. Ik neem de zaag zo stevig vast dat het pijn doet in mijn vingers. Ik buig in de richting van mijn voet en bekijk mijn enkel.
Hij moet volledig weg. Ik zet het zaagblad ruim boven mijn enkel. Er flitsen allerlei beelden door mijn hoofd. Beelden waar bloed de hoofdrol speelt. Het maakt me bang en doet me even twijfelen.
Nee, ik wil mezelf verlossen. Hij MOET er af! Ik maak mezelf kwaad en span elke spier aan die ik in mijn lichaam heb. Ik geef een eerste ruk aan de zaag. Het vlijmscherpe zaagblad verdwijnt een klein stukje in mijn vlees.
Tot mijn verbazing voel ik geen pijn. Of het nu door de verdoving of door de adrenaline komt, ik weet het niet. Wat ik wel weet en vooral zie, is dat het veel bloed veroorzaakt.
Bloed of niet, het eerste begin is gemaakt. De zaag zit zeker een halve centimeter in mijn vlees en ik voel mezelf licht worden in mijn hoofd. Het voelt aan als een genot waar ik jaren op heb moeten wachten. Het moment dat eindelijk aangebroken is. Maar ik ben er nog niet. Ik zet mijn tanden op elkaar en knijp mijn ogen tot spleetjes. Dat er zoveel bloed zou vrijkomen had ik niet verwacht.
Ik geef een tweede ruk aan de zaag. Het blad snijdt direct een halve centimeter dieper in het vlees. Het bloed stroomt eruit en ik begin me onwel te voelen. Dit is het moment dat ik besef dat ik me erop verkeken heb.
Mijn voet moet er af, maar dat ik me onwel zou gaan voelen tijdens de daad…? Ik begin me draaierig te voelen en het wordt zwart voor mijn ogen. Ik besef dat ik flauw ga vallen en iets in me zegt me om hulp te roepen. Als ik nu flauwval, zal ik doodbloeden…
‘HELP!’ Ik schreeuw uit alle macht terwijl de zwarte waas voor mijn ogen groter wordt. Het lichte gevoel in mijn hoofd wordt sterker en sterker en de greep die ik op de zaag heb, wordt slapper. Mijn ogen rollen omhoog in hun kassen en ik verlies mijn evenwicht. Het is nu volledig zwart voor mijn ogen en met een harde klap val ik neer op de rode handdoeken die onder het bloed zitten.
Onbewust weet ik waarom ik heb gekozen voor de kleur rood: het camoufleert het bloed. Het bloed waar ik op voorhand al bang voor was. Blijkbaar heeft het niet geholpen.
Terwijl het zaagblad nog in mijn onderbeen zit, vliegt de deur open. Het is de stem van mijn moeder die me in de verste verte bereikt. Een geluid dat ik nooit meer zal vergeten. Dat me altijd zal bijblijven. Waar ik altijd aan herinnerd zal blijven als ik weer de neiging krijg om mijn voet te amputeren…