Ik wurg mezelf
Ik sta in mijn kamer. Door alle kaarsen die branden is de sfeer knusser dan knus. Toch sta ik op het punt om iets te doen wat de meeste mensen niet echt tot knusheid zouden definiëren.
Nee, eigenlijk is het alles behalve knus. Ik kijk naar de plastic zak die voor me ligt en pak hem voorzichtig beet. Ik wil er niet per ongeluk gaten in maken, want dan zou het niet meer werken. Er is maar één gat in de plastic zak en door dat gat steek ik nu mijn hoofd.
Het plastic is doorschijnend. De kaarsjes die branden zie ik als wazige vuurballen. Ik neem de koortjes vast waarmee ik de zak om mijn hoofd kan sluiten en trek deze langzaam aan. Bij elke ademhaling die ik doe, voel ik de lucht uit de zak verdwijnen. De ruimte waarin ik mijn hoofd in kan bewegen wordt steeds kleiner. Ik ben er nu klaar voor… Lees verder