
Stipt om half zeven gaat de bel. Natascha blijft vijf volle minuten op haar leren loungebank zitten voordat zij zich lui uitrekt, opstaat en met haar hooggehakte nappaleren dijlaarzen over de marmeren vloer tikkend naar de voordeur loopt. Zij doet open en daar staat André. Hij kijkt naar de grond en groet haar onderdanig. “Goedenavond, Mevrouw van Linschoten.” “Ah, de werkster!” sneert Natascha. “Gauw naar binnen jij, je hebt een heleboel te doen.” “Ja Mevrouw.” “Doe je schoenen uit,” beveelt Natascha en loopt de kamer binnen. André doet vlug zijn schoenen uit en volgt haar naar binnen.